Minnelijk overleg over compensatiegrond

In het KB Kolenbranderweg Haaksbergen herhaalt de Kroon dat schadeloosstelling in geld het uitgangspunt is, maar dat een verzoek om compensatiegrond wel aan de orde kan komen bij de toetsing van het minnelijk overleg.

Werk waarvoor onteigend wordt

De gemeenteraad van Haaksbergen heeft verzocht om gronden ter onteigening aan te wijzen ten behoeve van de reconstructie van de Kolenbranderweg te Haaksbergen van een erftoegangsweg tot een gebiedsontsluitingsweg, waarmee Haaksbergen wordt ontsloten op de toekomstige N18.

Verzoek om compensatiegrond

De eigenaar van te onteigenen gronden heeft aangegeven zijn agrarische bedrijf geheel te willen verplaatsen naar een andere locatie, maar de gemeente heeft aangegeven dat dat geen optie is. Volgens de eigenaar kon de gemeente niet volstaan met het gevoerde minnelijk overleg, omdat de gemeente over voldoende landbouwgrond beschikt die op termijn beschikbaar komt.

Toetsingskader minnelijk overleg

Net als in het KB Rondweg Voorst, waarover wij ook op dit onteigeningsblog schreven, stelt de Kroon voorop dat de Onteigeningswet de verzoeker niet verplicht tot schadeloosstelling in de vorm van compensatiegrond of andere oplossingen. Uitgangspunt is dat de Onteigeningswet de belanghebbenden een volledige schadeloosstelling in geld waarborgt. De mogelijkheden tot schadeloosstelling in een andere vorm dan geld zullen langs minnelijke weg en meestal in samenwerking met andere overheden of met particuliere eigenaren van gronden onderzocht moeten worden. Desondanks, zo benadrukt de Kroon, kunnen vragen om een compensatiegrond of andere oplossingen aan de orde komen in het kader van de toetsing van het gevoerde minnelijk overleg. Indien een belanghebbende in het minnelijk overleg duidelijk maakt de voorkeur te geven aan vervangende grond of een andere oplossing, moet de verzoeker onderzoeken of hieraan tegemoet gekomen kan worden. Omdat onteigening een uiterste middel is, is de noodzaak tot onteigening mede afhankelijk van de wijze waarop dat minnelijk overleg is en zal verlopen. In dit KB voegt de Kroon daaraan nog toe dat daarbij geldt dat de verzoeker gehouden is aan zijn eigen, op de urgentie van de aanleg van het werk, toegesneden planning.

Noodzaak tot onteigening

Verzoeker had in dit geval onderzocht of aan de wens tot gehele bedrijfsverplaatsing kon worden voldaan. Vanwege de aard van het bedrijf acht de gemeente de betreffende locatie echter – in elk geval vooralsnog – ongeschikt. Het verplaatsingsverzoek was om die reden op 10 juli 2013 al afgewezen. Omdat de eigenaar had aangegeven alleen op basis van een grondruil te willen onderhandelen, heeft de gemeente daartoe een aanbod gedaan. De eigenaar heeft dit echter afgewezen. De Kroon oordeelt dat voldoende pogingen zijn gedaan tot minnelijke verwerving en geeft te kennen dat het betoog van deze eigenaar geen aanleiding geeft om te twijfelen aan de noodzaak tot onteigening.

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *