KB Maaspark Well: minnelijk overleg met ontgronder

Het KB Maaspark Well betreft een onteigening voor ontgronding en rivierverruiming. Onder meer komt de vraag aan bod namens wie de (externe) grondverwerver heeft onderhandeld, namens de gemeente of de ontgronder?

Werk waarvoor onteigend wordt

De raad van de gemeente Bergen heeft verzocht om gronden ter onteigening aan te wijzen om het bestemmingsplan Maaspark Well, in het bijzonder het deel rivierverruiming, mogelijk te maken. Het betreft een bestemmingsplanonteigening (titel IV). Het bestemmingsplan voorziet onder meer in het verruimen van de eerder bij het Tracébesluit Zandmaas mogelijk gemaakte Hoogwatergeul Well-Aijen. Voor de uitvoering van het bestemmingsplan heeft de gemeente een samenwerkingsovereenkomst gesloten met ontgronder Kampergeul B.V.

Minnelijk overleg

Volgens reclamanten 1 was het minnelijk overleg met de gemeente in het geheel onmogelijk, omdat zij niet over bepaalde noodzakelijke informatie konden beschikken. Reclamanten willen beschikken over informatie omtrent het overleg met en de betrokkenheid van de beoogde uiteindelijke eigenaar, Kampergeul B.V. Deze informatie hadden zij met een Wob-verzoek opgevraagd, maar de reactie van de gemeente op dit verzoek volstaat volgens reclamanten niet.

De Kroon geeft aan dat de gemeente de start van het minnelijk overleg niet hoefde laten afhangen van de ingediende klachten en (de afhandeling van) het Wob-verzoek. Deze aspecten staan de Kroon ook niet ter beoordeling, slechts de wijze waarop het minnelijk overleg heeft plaatsgevonden. Nu de gemeente herhaaldelijk heeft getracht met de reclamanten en hun adviseur in gesprek te komen en twee schriftelijke biedingen heeft uitgebracht, heeft de gemeente zich volgens de Kroon voldoende ingespannen om met reclamanten tot een minnelijk overleg te komen.

Twee petten

Daarnaast klagen reclamanten 1 dat onduidelijk is voor wie de grondverwerver optreedt, voor de gemeente of voor Kampergeul B.V. De Kroon gaat hier niet in mee. De gemeente heeft reclamanten bij brief geïnformeerd dat de betrokken (externe) grondverwerver zowel namens de gemeente als namens Kampergeul B.V. optrad. Daarbij overweegt de Kroon dat “de onteigeningswet niet verplicht, noch verbiedt, dat een uitvoerende partij zoals Kampergeul een rol speelt in het minnelijk overleg.” Uiteindelijk is evenwel van belang of de verzoeker om onteigening (in dit geval de gemeente) voorafgaand aan het verzoekbesluit serieus minnelijk overleg heeft gevoerd met alle betrokken rechthebbenden.

Pachter

In de praktijk is nog wel eens discussie over hoe om te gaan met een pachter als de verpachter niet wil dat de grondverwerver contact met hem opneemt. In dit geval had de verpachter laten weten geen contact te zullen opnemen met de pachter over de verkoop van de benodigde grond vrij van pacht. In de administratieve onteigeningsprocedure beklaagt de verpachter zich er vervolgens over dat de gemeente contact heeft opgenomen met de pachter zonder dat hij als verpachter hiervan op de hoogte was. De Kroon is duidelijk: het stond de gemeente vrij om dit te doen.

Het KB vermeldt niet de hele geschiedenis, maar voorstelbaar is dat in hetzelfde gesprek of in de correspondentie waarin wordt aangegeven dat de verpachter (vooralsnog) niet bereid is vrij van pacht te leveren, de grondverwerver gelijk meldt dat rechtstreeks contact met de pachter zal worden gezocht. Overigens is het goed om ook als de eigenaar bevestigt wel te willen onderhandelen vrij van lasten en rechten, de betrokken pachter (of andere rechthebbenden) hiervan en van een eventuele aanstaande onteigeningsprocedure op de hoogte te brengen.

Particulier belang ontgronder

In reactie op een zienswijze herhaalt de Kroon dat de onteigeningswet er niet toe dwingt dat de gemeente na onteigening daadwerkelijk zelf overgaat tot uitvoering van het bestemmingsplan. Aangezien het gaat om uitvoering van een door de raad vastgesteld bestemmingsplan is het publiek belang van de onteigening daarmee gegeven. Daarbij komt dat met de uitvoering van het bestemmingsplan een algemeen belang is gediend, namelijk onder meer hoogwaterbescherming en natuurontwikkeling. Dat de gemeente volgens reclamanten een Europese aanbestedingsprocedure heeft willen voorkomen, wat daar verder van zij, leidt volgens de Kroon niet tot het oordeel dat met de onteigening uitsluitend een particulier belang is gediend.

De klacht dat de exploitatieopzet van Kampergeul B.V. niet bij de gemeente ter inzage heeft gelegen, maar alleen bij Kampergeul B.V., geeft de Kroon evenmin grond voor het oordeel dat met de onteigening uitsluitend een particulier belang gediend zou zijn. In de procedure is toegelicht dat de gemeente niet over de exploitatieopzet beschikt, maar dat Kampergeul B.V. bereid was om reclamanten deze exploitatieopzet vertrouwelijk te laten inzien. Reclamanten hebben van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

Principeovereenkomst ruil

Tot slot hadden andere reclamanten zich op het standpunt gesteld dat geen sprake is geweest van een redelijke overlegsituatie met de gemeente vanwege een principeovereenkomst om met instemming van de gemeente gronden te ruilen met de ontgronder. Over deze ruil is evenwel geen definitieve overeenstemming bereikt tussen de reclamanten en de ontgronder. Nu de gemeente reclamanten wel aanbiedingen in geld heeft gedaan (naast verschillende gesprekken die zijn gevoerd), bestaat voor de Kroon geen aanleiding om aan te nemen dat de gemeente zich onvoldoende heeft ingespannen om tot een minnelijke regeling te komen.

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *