Provincie schadeplichtig wegens doorverkopen overtollige gronden?

De provincie Limburg heeft ten behoeve van de aanleg van een provinciale weg door middel van een grondruil meer gronden verworven dan uiteindelijk nodig bleken te zijn voor de uitvoering van het project. Na wijziging van de verkeersbestemming van die overtollige gronden in een bedrijfsbestemming heeft de Provincie ze verkocht aan een derde. In een arrest van 15 mei 2018 (ECLI:NL:GHSHE:2018:2011) oordeelt het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch over de vraag of de Provincie schadeplichtig is jegens de oorspronkelijke eigenaren.

Feiten en achtergrond

De Provincie is in overleg getreden met grondeigenaren teneinde de voor een provinciale weg benodigde agrarische gronden te verwerven door middel van een ruil tegen andere agrarische gronden. In 2004 sluiten zij daartoe een overeenkomst. Een deel van de gronden blijkt later toch niet nodig voor de aanleg van de weg, krijgt een andere bestemming (bedrijventerrein) en wordt in 2010 verkocht aan een derde. De oorspronkelijke eigenaren vorderen schadevergoeding van de Provincie, omdat 1) in 2006 afspraken zouden zijn gemaakt over terugkoop en 2. de Provincie onrechtmatig zou hebben gehandeld, althans ongerechtvaardigd is verrijkt.

Geen overeenkomst tot terugkoop

Het hof oordeelt in de eerste plaats dat de oorspronkelijk eigenaren hun stelling, dat in 2006 een overeenkomst tot terugkoop is gesloten, onvoldoende hebben onderbouwd. Van wanprestatie is dus geen sprake.

Geen onrechtmatige daad

Van onrechtmatig handelen is evenmin sprake. Het hof oordeelt dat óók indien de Provincie ten tijde van de ruilovereenkomst wist dat niet alle gronden voor verkeersdoeleinden zouden worden gebruikt en dat niet expliciet heeft medegedeeld, dat nog niet onrechtmatig is. Daarvoor zijn meer omstandigheden nodig, zoals bijvoorbeeld een misleiding of een vooropgezet plan om zich ten koste van de grondeigenaren te verrijken. Daarvoor bestaan echter geen aanwijzingen.

Dat de Provincie heeft toegezegd dat alle grond zou worden gebruikt voor de weg is niet komen vast te staan en acht het hof ook niet voor de hand liggen. In het algemeen zal immers niet op voorhand volstrekt duidelijk zijn of de totale oppervlakte van de met het oog op de gewijzigde bestemming verworven grond uiteindelijk voor die bestemming zal worden benut, aldus het hof.

Verder acht het hof van belang dat de grondeigenaren hebben ingestemd met de grondruil. Het enkele feit dat ze wisten dat bij het uitblijven van overeenstemming een onteigeningsprocedure zou worden opgestart, is niet te kwalificeren als onrechtmatige dwang. Evenmin kan worden gezegd dat de Provincie gehouden was om een meerwaardeclausule op te nemen. De voormalig eigenaren hadden dat wel kunnen bedingen, net zoals ze hebben gedaan bij een ander perceel.

Ook het beroep op artikel 61 Onteigeningswet helpt niet. Ten eerste is hier geen sprake geweest van een onteigening. Ten tweede is geen sprake van koop, maar van ruil van gronden. Voorts is voor een deel van de gronden een meerwaardeclausule opgenomen en voor het andere deel een anti-speculatiebeding. Gegeven dit samenstel van handelingen kan van een onvoorwaardelijke verplichting tot teruglevering naar analogie van artikel 61 Onteigeningswet geen sprake zijn, aldus het hof.

Geen ongerechtvaardigde verrijking

In het midden kan blijven of van een daadwerkelijke verrijking van de Provincie sprake is geweest, omdat de oorspronkelijke eigenaren onvoldoende hebben onderbouwd dat die verrijking ongerechtvaardigd is. De Provincie heeft de gronden in eigendom verkregen door een rechtsgeldig gesloten ruilovereenkomst. Waardevermeerdering als gevolg van een bestemmingswijziging komt aan de eigenaar toe. Dit is niet ongerechtvaardigd. Dat zou misschien anders kunnen zijn onder bijkomende omstandigheden, maar die zijn niet komen vast te staan.

Conclusie

Dat de Provincie meer gronden via ruil in eigendom heeft verworven dan achteraf nodig is gebleken voor het project en dat zij die overtollige gronden vervolgens na een bestemmingswijziging aan een derde heeft verkocht, maakt de Provincie niet schadeplichtig jegens de oorspronkelijke eigenaren.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *