Categorie: Schadeloosstelling

- wederbelegging

Wederbelegging en wederaankoop

Bas ten Kate
Wanneer kan een onteigende aanspraak maken op vergoeding van kosten van wederbelegging? En wanneer op kosten van wederaankoop? En wat is eigenlijk het verschil tussen beide kostensoorten? Een grondeigenaar in Tiel ging eerst voor het één en toen voor het ander, maar ontving uiteindelijk niets.
- erfdienstbaarheid / schadeloosstelling / waterschap

Wijziging van de erfdienstbaarheid in algemeen belang: volledige schadeloosstelling

Sharon Aaldering
Bespreking van het arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 7 juli 2020 (ECLI:NL:GHARL:2020:5283). Volledige schadeloosstelling bij wijziging van de erfdienstbaarheid in het algemeen belang van waterveiligheid door aanleg van een nevengeul.
John Dummer (Air-Vision.nl)
- kostenvergoeding / pachter

Verrekenbaar voordeel bij verval van pacht overblijvende

Bas ten Kate
Buitenring Parkstad Limburg: uitspraak rechtbank schadeloosstelling, verval van pacht op het overblijvende leidt tot verrekenbaar voordeel.
- reconstructie / wederbelegging

Hedwigepolder: toch geen onteigening als alle andere?

Bas ten Kate
Vonnis schadeloosstelling Hedwigepolder: moet eigenaar vanwege zijn bijzondere positie ook bijzonder te worden behandeld?
- bodembestanddelen / vrijkomend kapitaal

Hedwigepolder: onwinbare bodembestanddelen en vrijkomend kapitaal

Bas ten Kate
Vonnis schadeloosstelling Hedwigepolder: vergoeding onwinbare bodembestanddelen behoort volgens rechtbank niet tot vrijkomend kapitaal.
- bijkomend aanbod / minnelijk overleg / onteigeningsvonnis / schadeloosstelling

Dictum onteigeningsvonnis moet bijkomend aanbod vermelden

Sharon Aaldering
Heeft de onteigenende partij in de dagvaarding een bijkomend aanbod ter beperking van de schade gedaan? Dan moet de rechtbank de onteigenende partij veroordelen om dat aanbod gestand te doen.
- bodembestanddelen / schadeloosstelling / werkelijke waarde

Bodembestanddelen: hoe de omvang van het voordeel te bepalen

Bas ten Kate
Bij de vaststelling van de omvang van het voordeel van vrijkomende bodembestanddelen moet worden uitgegaan van een door de eigenaar of een koper in acht te nemen economische exploitatie. Daarbij moet rekening worden gehouden met de feiten en omstandigheden die bepalend zijn voor de activiteit van de onteigenaar bij de uitvoering van het werk waarvoor onteigend wordt. De in het onteigende aanwezige latente meerwaarde kan namelijk alleen dankzij dat werk en de uitvoering ervan gerealiseerd worden.
- eliminatie / overheidswerk

Eliminatie: overheidswerk of niet?

Bas ten Kate
Hoge Raad geeft meer duidelijkheid over eliminatiebeginsel bij schadeloosstelling onteigening en licht nader toe wanneer sprake is een overheidswerk.
- gedoogplicht / schadeloosstelling / waardevermindering

Volledige schadeloosstelling bij gedoogplicht BP omvat ook planschade

Jessica de Roos
Bij oplegging van een gedoogplicht op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht (BP) moet de schade die door de aanleg en instandhouding van het werk wordt geleden volledig worden vergoed. De Hoge Raad beslist in zijn arrest van 21 juni 2019 dat ook planschade onder deze volledige schadeloosstelling valt en schept met dit arrest duidelijkheid over de verhouding tussen schadeloosstelling op grond van de BP en planschadevergoeding op grond van artikel 6.1 e.v. Wro. De Hoge Raad vernietigt hiermee het (opmerkelijke) arrest van het gerechtshof Den Haag van 23 januari 2018, waarover Jessica de Roos eerder al kritisch schreef op dit blog.
- 61 Ow / ontijdige aanvang

Geen schadeloosstelling ondanks te late uitvoering

Bas ten Kate
Met het arrest van de Hoge Raad van 17 mei 2019 lijkt artikel 61 Ow aan betekenis te hebben ingeboet. Vanwege het arrest uit 2011 lijkt een recht op teruglevering niet te bestaan wanneer het werk alsnog (maar te laat) is uitgevoerd of wanneer vast staat dat dit nog zal gebeuren. Een recht op een aanvullende schadeloosstelling lijkt blijkens dit nieuwe arrest alleen te bestaan wanneer er boven de reeds uitgekeerde schadeloosstelling extra schade is ondervonden. Bij geringe termijnoverschrijdingen zal dit vaak moeilijk aangetoond kunnen worden.